Skip to content

Gedragscode

 

Inleiding

KIDAK vertegenwoordigt bestuurders en directeuren in de sector kinderopvang in Almere. De vereniging wil met de gedragscode het aanzien van de beroepsgroep als geheel en van de individuele bestuurders en directeuren in de kinderopvang beschermen. In de gedragscode van de vereniging wordt in grote lijnen benadrukt waar KIDAK en haar leden voor staan. De code brengt in een aantal kernwaarden de missie en visie en het beleid van de vereniging tot uitdrukking. Centraal staat een professioneel en waardegedreven leiderschap.

 

De leden van KIDAK hebben een sterke affiniteit met kinderen die opvang nodig hebben. De wensen en mogelijkheden van kinderen en hun ouders staan centraal. Gelijke behandeling en brede toegankelijkheid zijn essentieel. Kwaliteit loopt als een rode draad door de dienstverlening van de onderneming waar de leden van KIDAK leiding aan geven. De gedragscode is geen reglement, geen taakgerichte en gedetailleerde omschrijving van wat de leden van KIDAK in verenigingsverband wel of niet behoren te doen.

 

De code moet vooral worden gezien als een richtlijn voor het gedrag. Het biedt bestuurders en directeuren van kinderopvangondernemingen houvast bij het aannemen van een goede beroepshouding. De leden staan ervoor open om aangesproken te kunnen worden op de code.

De begrippen integriteit, competentie en innovatie zijn belangrijke bestanddelen van de gedragscode en sluiten direct aan bij de missie van KIDAK. Ze bevorderen de kwaliteit van het management. De code impliceert dat de leden van KIDAK binnen hun eigen onderneming afspraken maken met klanten, medewerkers, toezichthouders en andere belanghebbenden en deze vanzelfsprekend naleven.

 

KIDAK beschouwt kinderopvangondernemingen als maatschappelijk betrokken ondernemingen en sluit daarom aan bij de opvattingen die in de branchecode voor deze ondernemingen zijn neergelegd. Hetzelfde geldt voor de beroepscodes voor pedagogische medewerkers in de kinderopvang. Het bevordert een brede betrokkenheid om bij die codes aan te sluiten.

Integriteit

De leden van KIDAK beseffen dat zij, qua gedrag, binnen en buiten de onderneming waar zij verantwoordelijk voor zijn een voorbeeldfunctie vervullen. Ook buiten werktijd is men zich bewust van deze voorbeeldfunctie. De leden stellen zich in het werkveld collegiaal op en zullen door hun acties en uitlatingen geen onnodige schade berokkenen aan de goede naam van hun collega’s.

 

Voorwaarde is dat zij zich betrouwbaar en onafhankelijk gedragen, altijd tot een zelfstandige oordeelsvorming komen en hun privé belangen, nevenactiviteiten en arbeidsvoorwaarden niet laten prevaleren boven de belangen van kinderen/hun ouders en van de organisatie waaraan zij leidinggeven.

 

Zij zijn zich daarvan voortdurend bewust.Ze vermijden elke belangenverstrengeling of de schijn daarvan. Klanten, medewerkers en toezichthouders worden optimaal betrokken bij de besluitvorming van de onderneming.

 

De bestuurders en directeuren zijn te allen tijde bereid om hen tekst en uitleg te geven en verantwoording af te leggen over het beleid en de ontwikkelingen binnen het bedrijf. Zij hanteren daarbij de principes van \’good governance\’ en geven alle noodzakelijke informatie, gevraagd en ongevraagd. Transparantie en een heldere verstandhouding met de toezichthouders zijn in dit verband kernbegrippen. De leden van KIDAK hebben ruim oog voor de inbreng van hun medewerkers en streven continu naar goed werkgeverschap, in de ruimste zin van het woord.

Er vindt een zorgvuldige afweging plaats tussen de belangen van de onderneming en de belangen van het personeel. Dit houdt bijvoorbeeld in dat arbeidsomstandigheden en opleidingsmogelijkheden op de werkvloer ruim aandacht krijgen. Bestuurders en directeuren die lid zijn van KIDAK zorgen ervoor dat hun medewerkers en klanten alle vragen kunnen stellen en opbouwende kritiek kunnen uiten, zonder dat dit voor hen of hun kinderen nadelige gevolgen heeft.

 

  • Een professionele, collegiale en betrouwbare beroepshouding aannemen
  • Continuïteit van de onderneming voorop stellen, belangenverstrengeling vermijden
  • Op een transparante, objectieve en onafhankelijke wijze leidinggeven
  • De belangen van de onderneming zorgvuldig afwegen tegen de wensen en verlangensvan klanten en medewerkers
  • Belanghebbenden alle ruimte geven om vragen te stellen, suggesties te doen en kritiekte leveren

Competentie

De leden van KIDAK investeren veel in deskundigheidsbevordering, streven naar collegiale toetsing en bevorderen het uitwisselen en verdiepen van kennis en ervaring. Het krijgen en geven van opbouwende kritiek is voor bestuurders en directeuren van kinderopvangondernemingen een vanzelfsprekende zaak. Om die reden spreekt men elkaar binnen en buiten de vereniging gevraagd en ongevraagd aan op ieders professionaliteit en deskundigheid. Waar deze aantoonbaar tekortschieten, vindt bij- en nascholing plaats.

 

Het continu en systematisch bewaken en borgen van de kwaliteit in de kinderopvang is voor de leden van KIDAK een belangrijk speerpunt. Daarbij gaat het om de kwaliteit van de dienstverlening en de kwaliteit van het management. De leden staan om diezelfde redenen open voor externe toetsing.

Op andere terreinen die voor het goed functioneren van de kinderopvang van belang zijn – zoals financiën, milieu, hygiëne, veiligheid en arbeidsomstandigheden – zien de leden er eveneens op toe dat de kennis en kunde in de onderneming op peil worden gehouden.

  • Individuele deskundigheidsbevordering is een voortdurend aandachtspunt.
  • In- en extern kiezen voor een toetsbare opstelling, openstaan voor opbouwende kritiek.
  • Continu en systematisch de kwaliteit van de onderneming bewaken en borgen.
  • Vakbekwaamheid op de werkvloer stimuleren en bij- en nascholing bevorderen.

Innovatie

De leden van KIDAK hechten aan het continu vernieuwen en verbeteren van het dienstenaanbod in de kinderopvang. Daarbij is ruim aandacht voor sociale cohesie, individuele ontplooiing, bescherming van de privacy en het gewetensvol omgaan met ethische vraagstukken.

 

De leden willen in samenspraak met klanten, medewerkers en collega’s binnen de branche en in samenspraak met samenwerkingspartners buiten de branche voortdurend werken aan een toekomstgerichte en maatschappelijk verantwoorde vorm van ondernemen. Collegiale uitwisseling, netwerkvorming, gezamenlijk onderzoek verrichten en het opzetten van klankbordgroepen zijn voorwaarden om dit doel te bereiken.

De officiële vertegenwoordigers van klanten en medewerkers in de kinderopvang en de leden van andere organisaties die iets voor de doelgroep kunnen en willen betekenen, beschouwt KIDAK als natuurlijke partners in dit proces. Bestuurders en directeuren vervullen bij dit alles een sleutelrol.

 

  • Voortdurende aandacht voor verbetering en vernieuwing van het aanbod.
  • Toekomstgerichte en maatschappelijk verantwoorde vorm van ondernemen.
  • Collegiale uitwisseling van kennis en ervaring en onderzoek bevorderen.
  • Klanten, medewerkers en andere belanghebbenden betrekken bij het beleid.

Naleving van de gedragscode

Het bestuur van KIDAK zorgt ervoor dat alle leden de tekst van de gedragscode plus een handzame samenvatting ontvangen. Verder plaatst het bestuur de code op de website van de vereniging en neemt de tekst op in voorlichtingsmateriaal van KIDAK. Ook ziet het bestuur erop toe dat regelmatig aan de code wordt gerefereerd.

Het lidmaatschap van de vereniging is openbaar.

De ledenlijst van KIDAK wordt regelmatig geactualiseerd en gepubliceerd. Zodoende kan iedereen nagaan wie zich bij de vereniging heeft aangesloten en wie zich aan de code heeft geconformeerd. Door lid te worden onderschrijven de leden immers de uitgangspunten van KIDAK.

 

Vanaf het moment dat men zich als lid aanmeldt, worden de leden geacht een beroepshouding aan te nemen die in woord en daad met de code in overeenstemming is, uiteraard binnen de grenzen van hun mogelijkheden en in alle redelijkheid. Iedereen kan hen daarop aanspreken. Het bestuur van KIDAK vertrouwt erop dat op deze wijze geborgd is dat de bestuurders en directeuren van kinderopvangondernemingen die lid zijn van de vereniging in de praktijk in overeenstemming met de code handelen. Daarom wordt vooralsnog niet systematisch getoetst of de leden zich daadwerkelijk aan de gedragscode houden.

Echter, bij gerede twijfel stelt het bestuur onmiddellijk een zorgvuldig onderzoek in, waarbij hoor en wederhoor wordt toegepast. Zonodig neemt het bestuur, gemotiveerd, statutaire maatregelen. Het secretariaat van de vereniging fungeert in deze als meldpunt. Het bestuur ondersteunt initiatieven van bestuurders en directeuren om op basis van de code vrijwillig aan onderlinge toetsing deel te nemen.

 

Verder worden klanten, collega’s, medewerkers en toezichthouders door het bestuur nadrukkelijk opgeroepen om met de leden van KIDAK in gesprek te gaan over de naleving van de gedragscode. Tenslotte doet het bestuur de dringende aanbeveling om naar de code te verwijzen in de kwaliteitssystemen van de ondernemingen waaraan zij leiding geven.